Saamaka Woosu

Hulp aan de tribale gemeenschap

Home

VRIJDAG 21 NOVEMBER 2014 gaf Marleen, Noella en Dirk een Lezing in Kerk ’t LO

Het doel is om de bio-rijst en bio-cacao als marktgewassen in Boven-Suriname te bevorderen. Met het oog om af te stappen van zwerflandbouw (slash&burn) om de kostgronden een meer permanent karakter te geven. Het vormen van een coöperatie krijgt hierin een speciale aandacht. 

Om dit project een kans tot slagen te geven, zijn we op zoek naar fondsen om dit project te kunnen ondersteunen en te financieren.

Wat we willen bereiken is dat er meer vrouwen overtuigd raken en willen instappen in de coöperatieve.

 

Newsflash

  • 2019 05 Saamaka Sööto Baaku Sistema

    Het Saamaka rijstproject in 2019-2020

    Ongetwijfeld is er tijdens de voorbije jaren aan beide zijden van de oceaan zeer hard gewerkt.

    De ondersteuning van de Vriendenkring België – Boven Suriname is alvast niet tevergeefs geweest.  Integendeel heeft zij mooie vruchten afgeworpen.

    Op 6 mei jl. werd een aanvang gemaakt met de oprichting van niet minder dan 7 Saamaka Training Centra die elk een demonstratie worden van het Sööto Baaku Sistema, het door Stichting Ecosystem 2000 ontworpen systeem voor duurzame boslandbouw.   Fase 1 van dit project eindigt medio 2020 als de drie productiezones waaruit het boslandbouwsysteem bestaat ook werkelijk aangelegd zullen zijn.   “On the job” zullen in die fase meer dan 40 personen, waarvan 25 permanente DAOB-medewerkers, worden opgeleid tot assistent-voorlichter in duurzame boslandbouw en bosbeheer. Zij hebben tot taak het systeem verder in de omliggende dorpen te verspreiden.

    Dit project is een samenwerking tussen Saamaka Wosu met het Directoraat Agrarische Ontwikkeling van het Binnenland (DAOB) dat ressorteert onder het ministerie van Regionale Ontwikkeling (MinRO) en Stichting Ecosystem 2000 die vooral de directievoering op zich neemt. Het is het directe gevolg van de inspanningen en ondersteuning van Vriendenkring België – Boven Suriname.

    Foto 1 : DOAB medewerkers in opleiding

     

    Wat voorafging

    De testen met verbeterde rijstteelt die sinds 2015 met financiële ondersteuning van de Belgische vrienden in het Landbouw Proefstation te Djumu werden uitgevoerd, trokken al in vroeg stadium de aandacht van internationale organisaties.

    In 2016 benaderde het Inter-american Institute for Co-operation on Agriculture (IICA) – dit is de landbouwwerkarm van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS)  – Stichting Ecosystem 2000 om samen te werken rond verbeterde rijsteelt als onderdeel van een groter boslandbouwsysteem. Toen hadden de proeven al uitgewezen dat de rijstproductie op uitgeputte gronden met natuurlijke middelen kon worden verhoogd tot een factor 4 met slechts 20%. Arbeidsinvestering van wat doorgaans nodig is voor de gangbare productie.

    In mei 2017 haalden we factor 6 op diezelfde gronden.  De theorie leek bewezen en IICA maakte het rijstproject tot een “Regional  Flagship” project.  Het is goed te weten dat IICA zelf niet zozeer projecten financiert, maar vooral nationale regeringen adviseert over welke projecten belangrijk zijn voor de regio. 

    Vanwege dat advies benaderde in september 2017 de Food e& Agricultural Organization van de Verenigde Naties (FAO)  eveneens Stichting Ecosystem 2000.  Zij ondersteunden financieel de verdere uitbouw van 6 demoplots voor verbeterde rijstteelt.

    Het voorjaar 2018 kreeg dan echte internationale belangstelling vanwege IICA International en ook het vermaarde Cornell University, de autoriteit op vlak van landbouw in de VS, steeg aan boord. Zij doen op dit moment genetisch onderzoek en registreren de verschillende variëteiten.  Uit hun veldonderzoek eind 2018 bleek dat het vermoedelijk gaat om zeer oude rijstrassen verwant of direct afstammend van de Afrikaanse rijst Oryza Glaberrima.  Indien dit inderdaad zo is, zitten de Saamaka op de eerste rij voor de internationale markt.  De vraag naar Afrikaanse rijst is vanwege zijn uitzonderlijke kwaliteit wereldwijd stijgend.  De huidige mondiale productie dekt niet eens 10% van de vraag.

    De Surinaamse regering kon toen niet langer achterblijven en DAOB benaderde einde 2018 Saamaka Woosu  en Stichting Ecosystem 2000 en zodoende….

    De vooruitzichten

    Op 6 mei vertrok een groep mannen naar 7 verschillende locaties langs de Surinamerivier: Jaw-jaw ; Nieuw-Aurora; Goejaba; Gaan Tatai; Pikin Slee; Toemaripa en Djumu, met als doel het opstarten van een lokaal Saamaka Training Centrum.

    Op alle locaties werd een stuk grond variërend van ¼ tot een ½ ha schoongemaakt voor de verbeterde rijstteelt en met een stikstofbinder beplant.  De bedoeling is tweevoudig: zowel de bodemvruchtbaarheid te verbeteren als zaadwinning.  Daarom worden op alle locaties ook klimrekken aangebracht zodat de bonen in de hoogte kunnen.  Zij maken dan veel meer trossen en zaden.

    Het is immers te verwachten dat na 2020 vele mensen het systeem al willen overnemen.  En dat begint met de bodem op de juiste manier schoonmaken en met de bonen te beplanten.

    Eind oktober worden de bonen geoogst en opgeslagen voor het komende seizoen. Begin december worden de bodems weer voorbereid door een lichte grondfrees en de inzaai van rijst kan volgen.  In mei 2020 moet de rijst worden geoogst en kennen we het werkelijke resultaat.

    In de tussentijd wordt er echter niet stilgezeten.  De mensen in opleiding leggen ondertussen de tweede en derde productiezone aan.  Daarvoor moet ook een boomkwekerij worden opgezet.

    PZ 2 kenmerkt zich vooral vanwege lokale palmbomen voor palmolie en knolgewassen.  PZ 3 is herstellend bos met vooral cacao als marktgewas.  Medio 2020 moeten alle drie zones zichtbaar zijn.  Het totale systeem is dan 1,5  tot 2 ha groot.

    Wat volgt

    De huidige inkomsten van een vrouw die bijna dagelijks op haar kostgrondje werkt zijn quasi nihil.  De Saamaka zijn, om verschillende redenen ook niet langer zelfvoorzienend.  Veel wordt gekocht in de stad.  En daarvoor heb je geld nodig.

    Na 1 jaar kan een gezin al over voldoende rijst en andere landbouwproducten beschikken om weer zelfvoorzienend te zijn. Na 3 jaren beginnen de bomen in PZ2 & 3 te produceren.  Vanaf jaar 5 verkrijgt een gezin dat 2 ha onderhoudt hieruit een maandelijks inkomen van 2.000 SRD  (€ 250)

    Met ongeveer 5.000 gezinnen in het gebied is er dan een lokale economie opgebouwd.

    Een Saamaka Training Centrum (STC) is echter veel meer. Nu al vragen lokale schooltjes voor begeleiding en projecten rond deze gedachte.  Het STC zal dus ook op korte termijn kunnen uitgroeien tot een werkelijk opleidingscentrum.

    Zo zal al in fase 1 begin worden gemaakt met de aanleg van een botanische tuin waar naast de verschillende rijst variëteiten ook groenten en medicinale platen worden getoond. 

    Vanaf mei 2019 zijn er ook wekelijkse uitzendingen op de lokale radio die het Sööto Baaku Sistema en Saamaka Wosu  toelichten.  In de vorm van een bel programma mogen luisteraars dan vragen stellen.  Zo willen we meer bekendheid verschaffen aan deze nieuwe landbouwmethode.

    Dit alles is mogelijk geworden dankzij de hulp van onze Belgische vrienden.

    Hoe meer boeren de transitie maken naar het Sööto Baaku Sistema , hoe minder bos wordt vernietigt en verbrand in het huidige systeem van zwerflandbouw.  Het omringende oerwoud kan zich dan weer herstellen. En dat is, met de klimaatsverandering, een zeer goede zaak voor ons allen.

    Begin van de boomkwekerij (cacao en palmbomen)

     

    Productiezones 2 & 3

     

    Al meer dan 50 variëteiten…

     

  • 2018 11 21 Granman Aboikoni ziet potentie landbouw Boven-Suriname

    Granman Albert Aboikoni ziet potentie in het Boven-Suriname gebied, als het gaat om voornamelijk het ontwikkelen van de landbouwsector. Hij geeft aan dat er ook qua veeteelt en aquacultuur ruime mogelijkheden zijn in het gebied. De granman benadrukt dat de gemeenschap initiatieven moet nemen teneinde ontwikkeling te brengen.

    Granman Aboikoni is voorstander van het oprichten van een fonds ter ontwikkeling van het gebied. De kas van dit fonds zal met inbreng van de gemeenschap aangesterkt moeten worden. “Als de overheid ziet dat wij bezig zijn, gaat zij zelf inspelen”. De granman is van oordeel dat er in het gebied ook productiebedrijven moeten worden opgezet, die de gewassen opkopen, verwerken en vervolgens het eindproduct op de markt brengen. Hij zegt verder dat er een rapport van de knelpunten zal worden opgemaakt, die daarna wordt ingediend bij de regering. Hierbij doelt hij onder andere op de watervoorziening en onderwijs.

    Districtscommissaris Yvonne Pinas pleit voor een muloschool in Guyaba, omdat de scholieren van verschillende dorpen in de huidige situatie te lange afstanden moeten afleggen naar Atjoni.

Alle hulp is welkom: ING Bank - BE90 6528 3639 6932 - Website design by Dirk Cassiers